Overzicht
- 1. Menukaart
- 2. Doelstellingen
- 3. Procesafspraken
- 4. Financieel
- 5. Inrichting
- 6. Gebruik (huurder)
- 7. Exploitatie (verhuurder)
- 8. Monitoren
- Disclaimer
-
1.1 Menukaart
- Onderstaand een overzicht van de hoofdafspraken in het concepthuurcontract Green Lease. In de aparte hoofdstukken worden de bepalingen verder toegelicht.
-
1.2 Doelstellingen
- Huurder en verhuurder komen overeen om het gehuurde te certificeren volgens BREEAM NL / BREEAM NL In Use certificeringsmethode.
- Huurder en verhuurder komen overeen dat het minimale certificeringsniveau is ………….
- Huurder en verhuurder komen overeen om het gehuurde te certificeren volgens BREEAM NL / BREEAM NL In Use certificeringsmethode.
- Huurder en verhuurder komen overeen dat het minimale certificeringsniveau is ………….
- Huurder en verhuurder komen overeen het gehuurde dusdanig te renoveren / verduurzamen dat het een energielabel G - A++ met de bijbehorende EPC behaalt.
- Huurder en verhuurder komen overeen om gezamenlijk productie en / of verbruik van energie / gas / water / CO2 / ... te monitoren en op basis van deze gegevens verbeteringen door te voeren.
- Huurder en verhuurder komen overeen dat duurzaamheid onderdeel dient uit te maken van de huurovereenkomst, gericht op exploitatie en gebruik van het gehuurde.
-
1.3 Procesafspraken
- Partijen komen overeen een Gebouw Management Commissie op te richten waarin alle afspraken die onderdeel uitmaken van het concepthuurcontract Green Lease worden gemonitord.
- Huurder en verhuurder komen overeen dat het gehuurde wordt beheerd en gebruikt conform de technische- en gebruikershandleiding.
- Huurder en verhuurder komen overeen dat productie en / of verbruik van energie / gas / water / CO2 / ... op regelmatige basis worden gemonitord (xx keer per jaar) opdat er zo efficiënt en spaarzaam mogelijk met het milieu wordt omgegaan.
- Huurder en verhuurder komen overeen dat er speciale / bindende aandacht aan bepaalde duurzaamheidsmaatregelen wordt gegeven.
-
1.4 Financieel
- Partijen verbinden financiële consequenties aan het juiste gebruik en beheer van het gehuurde.
-
1.5 Inrichting
- Partijen komen overeen dat bij de inrichting van het gehuurde duurzame alternatieven worden overwogen.
-
1.6 Inrichting
- Huurder verklaart het gehuurde te gebruiken conform de gebruikershandleiding.
- Huurder verklaart dat zij haar medewerkers die in het gehuurde zijn gehuisvest actief betrekt bij duurzaam gebruik.
- Huurder verklaart een actief duurzaam inkoopbeleid te voeren.
- Huurder verklaart afval te scheiden.
- Huurder verklaart beleid te ontwikkelen om de milieubelasting van de organisatie te minimaliseren door onder andere woon-werkverkeer te optimaliseren.
-
1.7 Exploitatie
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het plaatsen van (tussen)meters voor gas, elektriciteit en water.
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het opstellen van een gebruikershandleiding.
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het optimaal inregelen van de installaties en hierbij horend onderhoud.
- Verhuurder overweegt (de meest) duurzame alternatieven bij onderhoud en renovatie.
-
1.8 Monitoren
- Partijen komen overeen dat er een gebouwmanagement commissie wordt samengesteld die verantwoordelijk is voor het bewaken van de gemaakte afspraken.
- Partijen komen overeen dat data over het verbruik van energie, water, etc. en productie van afval en CO2 met elkaar wordt gedeeld.
- Partijen komen overeen dat er verbeterplannen worden opgesteld en dat er consequenties worden verbonden aan het niet realiseren van deze verbeteringen.
-
Doelstellingen
-
2.1 Doelstellingen Eigenaar (voorbeelden)
- Doelstellingen organisatie
MVO beleid realiseren
Positie op de Dow Jones Sustainability Index behouden / verbeteren
Een voorbeeld functie vervullen binnen de maatschappij
- Doelstellingen portefeuille
Positie in de GRESB / ISA / Greenprint / overig behouden / verbeteren
Energielabels van alle gebouwen in de portefeuille is minimaal niveau X
CO2 uitstoot en energie- en waterverbruik reduceren
- Doelstellingen gebouw
Energielabel van het gebouw is minimaal niveau X
CO2 uitstoot en energie- en waterverbruik reduceren
Showcase voor anderen
- Doelstellingen organisatie
-
2.2 Doelstellingen Gebruiker (voorbeelden)
- Doelstellingen organisatie
MVO beleid realiseren
Positie op de Dow Jones Sustainability Index behouden / verbeteren
- Doelstellingen huisvesting
Huisvesting is onderdeel van MVO beleid
Personeel heeft recht op een inspirerende en duurzame werkomgeving
- Doelstellingen gebouw
Behalen van een duurzaamheidscertificaat voor inrichting
Energielabel van het gebouw is minimaal niveau X
Showcase voor klanten om duurzaamheid van de onderneming te tonen
- Doelstellingen organisatie
-
2.3 Rol Beheerder
- De beherende partij is geen contractpartij in de Green Lease, verantwoordelijkheden van de verhuurder worden mogelijk uitbesteed aan de beherende partij.
- Beheerder heeft de taak om de afspraken tussen huurder en verhuurder optimaal te faciliteren.
- Beheerder stelt zich proactief op om zowel gebouwprestaties als relevant huurdersgedrag op te merken en tips te geven voor verbetering.
- Beheerder maakt deel uit van de Gebouw Management Commissie (zie 3.4).
-
2.4 Gezamenlijk ambitieniveau
- Deze concepthuurovereenkomst Green Lease geeft de ambitie van beide partijen weer om het gehuurde zo optimaal en duurzaam mogelijk te gebruiken en beheren.
- Optimaal gebruik heeft betrekking op energieverbruik / waterverbruik / enz.
- Huurder en verhuurder spreken af om gezamenlijk te werken aan het verbeteren (of constant houden) van de prestaties van het gehuurde en de impact op het milieu te continueren of te verkleinen.
- Dit proces is er op gericht om minimaal te voldoen aan en bij voorkeur voor te lopen op wet en regelgeving, beleid en het geven van het goede voorbeeld aan de maatschappij.
- Deze concepthuurovereenkomst Green Lease heeft tot doel om:
Duurzaamheidsdoelstellingen van huurder en verhuurder op elkaar af te stemmen.
Het gehuurde optimaal te laten functioneren, door goed gebruik en beheer.
Oplossingen te bieden voor het traditionele probleem van de split-incentive.
Een (maximale) bijdrage te leveren aan overheidsdoelstellingen, zoals het Lente Akkoord 2020.
-
2.5 Ontwerpmiddelen en certificeringsmethoden
- Een duurzaam gebouw is een breed begrip en kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd.
- Daarom kiezen huurder en verhuurder ervoor het duurzaamheidsniveau vast te leggen door middel van een certificeringsmethode.
- Hierdoor wordt duurzaamheid meetbaar en worden verbeteringen inzichtelijk.
-
Bestaande bouw:
Partijen komen overeen BREEAM NL In Use te hanteren als certificeringsmethode bij oplevering.
Nieuwbouw:
Partijen komen overeen BREEAM NL te hanteren als certificeringsmethode bij oplevering.
Tijdens de duur van de huurovereenkomst wordt BREEAM NL In Use gebruikt (als onderlegger) om optimale prestaties en gebruik te stimuleren.
Zodra het gebruiksregelement van BREEAM het toestaat wordt het gebouw gecertificeerd conform BREEAM In Use,
-
2.6 Opleveringsniveau en kwaliteit gebouw en inrichting
-
2.6.1 Bestaande bouw:
Partijen hebben BREEAM NL In Use gekozen als middel om het duurzaamheidniveau van het gehuurde, het gebruik en het beheer meetbaar en inzichtelijk te maken.
Partijen komen overeen om voor oplevering een quickscan uit te (laten) voeren, hiermee verkrijgen partijen inzicht in de mogelijke kwalificatie.
De quickscan vormt de basis voor een minimaal te behalen kwalificatie.
Partijen komen de volgende minimale kwalificatie per onderdeel overeen:- Asset: xxx
Bovenstaande score dient behaald te zijn in jaar 20... en minimaal voor d.d. ...
- Beheer: xxx
- Gebruik: xxx
Daarnaast komen partijen overeen dat er op verschillende individuele credits een minimale score dient te worden gehaald.
In bijlage x is een overzicht opgenomen van:
- De opbouw van de minimale score per onderdeel
- De minimale score van de individuele credits
- Wie verantwoordelijk is voor welk (individueel) onderdeel van de score
De gebruikte certificeringsmethode (BREEAM NL In Use) is dynamisch. Wijzigingen in deze methode m.b.t. vragen en scores per vraag worden binnen ... maanden doorgevoerd op de demarcatielijst en door beide partijen geaccordeerd.
Tenzij partijen gezamenlijk een alternatief overeenkomen.
2.6.2 Nieuwbouw:
Partijen hebben BREEAM NL gekozen als middel om het duurzaamheidniveau van het gehuurde inzichtelijk te maken.
Partijen komen overeen om voor oplevering een quickscan uit te (laten) voeren, hiermee verkrijgen partijen inzicht in de mogelijke kwalificatie.
De quickscan vormt de basis voor een minimaal te behalen kwalificatie.Partijen komen de volgende minimale kwalificatie overeen: (1-5 sterren)
Daarnaast komen partijen overeen dat er op verschillende individuele credits een minimale score dient te worden gehaald.
In bijlage x is een overzicht opgenomen van:
Partijen komen overeen om tijdens de huurovereenkomst BREEAM NL In Use te gebruiken als middel om het duurzaamheidsniveau van het gehuurde, het gebruik en het beheer meetbaar en inzichtelijk te maken.
- De opbouw van de minimale score per onderdeel
- De minimale score van de individuele credits
- Wie verantwoordelijk is voor welk (individueel) onderdeel van de score
Partijen komen overeen duurzaamheidsmaatregelen en afspraken conform BREEAM NL In Use vast te leggen in een demarcatielijst, bijlage x.
De gebruikte certificeringsmethode (BREEAM NL) is dynamisch. Wijzigingen in deze methode m.b.t. vragen en scores per vraag worden meegenomen bij de voorbereiding op een vervolgcertificaat en opgenomen in de demarcatielijst en door beide partijen geaccordeerd. Tenzij partijen gezamenlijk een alternatief overeenkomen.
2.6.3 Certificeren:Partijen komen overeen dat er een BREEAM NL ontwerpcertificaat wordt behaald.
Indien de score die in de quickscan is vastgesteld niet wordt gehaald dient de verantwoordelijke partij, volgens bijlage x, aanpassingen te doen / maatregelen te nemen zodat de score wel wordt behaald (binnen een nader vast te stellen termijn).
Partijen komen overeen dat er een BREEAM NL opleveringscertificaat wordt behaald.
Indien de score die in de quickscan is vastgesteld niet wordt gehaald dient de verantwoordelijke partij, volgens bijlage x, aanpassingen te doen / maatregelen te nemen zodat de score wel wordt behaald.
Partijen komen overeen dat er een BREEAM NL In Use certificaat wordt behaald zodra dit volgens de regels van BREEAM mag (in het geval van nieuwbouw na 2 jaren en voor bestaande bouw meteen).
Indien de score die in de quickscan is vastgesteld niet wordt gehaald dient de verantwoordelijke partij, volgens bijlage x, aanpassingen te doen / maatregelen te nemen zodat de score wel wordt behaald (binnen een nader vast te stellen termijn).
Partijen komen overeen dat het gehuurde niet wordt gecertificeerd, BREEAM NL en BREEAM NL In Use gelden slechts als middel om afspraken over duurzame exploitatie en duurzaam gebruik vast te leggen.
Partijen komen overeen dat, indien er onduidelijkheden ontstaan over de score wanneer er geen officieel certificaat wordt aangevraagd, op verzoek van een van beide partijen, er een onafhankelijke commissie bestaande uit 1 of 3 BREEAM experts (te bepalen door huurder en verhuurder samen) wordt aangewezen door de DGBC.
2.6.4 Energielabel
Verhuurder garandeert dat het gehuurde minimaal een energielabel x heeft, dat minimaal nog x jaar geldig is / dat in het jaar … of later is uitgegeven.
2.7 Verbruiksdoelstellingen
- 2.7.1 Partijen komen overeen verbruik of productie te monitoren van:
- 2.7.2 Partijen komen overeen dat CO2 uitstoot van de volgende onderdelen wordt gemonitord:
- Uitstoot van het gehuurde
- Uitstoot van woon werkverkeer van huurder
- Uitstoot van andere reisbewegingen van huurder
- Uitstoot van leveranciers
- Uitstoot van productie van geleverde goederen
- Gas in m³ per jaar
- Stadsverwarming in m³ gas equivalent per jaar
- Elektriciteit in kWh per jaar
- Water in m³ per jaar- Afval in ton per jaar
- C02 in ton per jaar
- Anders
-
Procesafspraken
-
3.1 Huurperiode
- De afspraken in deze Green Lease zijn van toepassing gedurende de volledige looptijd van de huurovereenkomst.
- Indien de huurovereenkomst wordt verlengd (ook stilzwijgend) blijft deze Green Lease gelden.
-
3.2 Overlegstructuur Gebruiker/Beheerder/Eigenaar: Gebouw Management Commissie
- Huurder, Verhuurder, Belegger nemen zitting in de Gebouw Management Commissie (GMC).
- Door de GMC worden tijdens een apart GMC-overleg de daadwerkelijke (duurzame) prestaties en het gebruik van het gehuurde besproken, afgezet tegen de overeengekomen duurzame ambities.
- De GMC komt minimaal x per jaar bij elkaar, of vaker indien daartoe aanleiding bestaat.
- De GMC bestaat uit (minimaal 1 persoon namens huurder/verhuurder/beheerder, te benoemen met naam en functie).
- Tijdens het GMC-overleg worden onder meer de monitoringsafspraken besproken. Indien doelstellingen niet worden gehaald, worden de in deze Green Lease overeengekomen maatregelen van kracht.
- Verhuurder is verantwoordelijk voor deelname aan de GMC van de beheerder.
- De GMC wordt voorgezeten door ... (naam, partij en bij voorkeur functie persoon benoemen).
- De notulen tijdens de bijeenkomsten worden opgemaakt door ... (naam, partij en bij voorkeur functie persoon benoemen).
-
3.3 Gebruikershandleiding
- Partijen komen overeen om een gebruikershandleiding op te stellen. Verhuurder is verantwoordelijk voor het opstellen van de gebruikershandleiding.
- De gebruikershandleiding wordt opgenomen als bijlage van de Green Lease.
- De gebruikershandleiding wordt uiterlijk 3 maanden na oplevering van het gehuurde opgemaakt en in gebruik genomen.
- Partijen komen overeen om een gebruikershandleiding op te stellen. Verhuurder is verantwoordelijk voor het opstellen van de gebruikershandleiding.
-
3.4 Jaarlijkse doelstellingen / ambitieniveaus
- 3.4.1 Jaarlijkse audit
- Partijen komen overeen, om de (duurzame) staat van het gehuurde inzichtelijk te houden, een jaarlijkse audit uit te voeren conform 8.4.1.
- Voor ingebruikname wordt de nulsituatie inzichtelijk gemaakt en vastgelegd.
- Kosten voor de jaarlijkse audit zijn voor ...% voor rekening verhuurder en voor ...% voor rekening huurder.
-
Partijen komen overeen dat de BREEAM NL In Use score bij oplevering het startpunt is voor verbeteringen van het gehuurde.
Partijen komen overeen dat gedurende een periode van ... jaar de score wordt verbeterd tot het niveau ...
De minimale jaarlijkse verbetering is ... punten.
Partijen komen overeen dat, tenzij er een uitzondering wordt gemaakt (Conform bijlage X):
- Verhuurder verantwoordelijk is voor de assetscore van de BREEAM NL in use score.
- Huurder verantwoordelijk is voor de gebruiksscore van de BREEAM NL in use score.
- Verhuurder verantwoordelijk is voor de beheerscore van de BREEAM NL in use score.
Partijen komen overeen dat de volgende credits sowieso behaald gaan worden:
credit jaar verantwoordelijk ene 1 2012 verhuurder enz
3.4.3 Nieuwbouw
De BREEAM NL score, het opleveringsniveau en duurzaamheidsstaat vormen het uitgangspunt voor het gebruik en de exploitatie van het gehuurde.
Partijen komen overeen dat verbeteringen zullen worden doorgevoerd naar aanleiding van de jaarlijkse audit.
Partijen komen overeen dat zodra de BREEAM NL In Use score wordt aangewend artikel 3.6.2 van kracht wordt en dient te worden ingevuld.
3.4.4 Wijzigingen
Wanneer een van beide partijen gemaakte afspraken met betrekking tot de jaarlijkse doelstellingen en ambitieniveaus wil wijzigen, dient dit in goed gezamenlijk overleg te worden afgestemd.
In het laatste kwartaal van het betreffende jaar worden wijzigingen alleen meegenomen voor het daaropvolgende jaar.
-
3.5 Frequentie monitoring en rapportage
- Partijen komen overeen om de in artikel 2.8 vastgestelde onderdelen conform de volgende frequentie te monitoren en te rapporteren:
onderdeel monitoring rapportage gas continu maandelijks elektriciteit maandelijks per kwartaal enz - Partijen komen overeen dat de rapportagefrequentie minimaal gelijk is aan het aantal keer per jaar dat het GMC overleg plaatsvindt.
- Te maken kosten voor opname van de meterstanden zijn voor rekening van de verhuurder.
- Partijen komen overeen om de in artikel 2.8 vastgestelde onderdelen conform de volgende frequentie te monitoren en te rapporteren:
-
3.6 Wijzigingen gedurende de looptijd van het contract
- Partijen komen overeen schriftelijk een lijst bij te houden welke afspraken wel / niet nagekomen worden door de betreffende partijen. In het GMC overleg komen zij overeen binnen welke termijn dit gewijzigd dient te zijn.
-
Financieel
-
4.1 Financiële afspraak met basisjaar als benchmark
- Partijen komen overeen dat er financiële afspraken worden gemaakt op basis van referentieverbruik, in artikel 4.3 wordt dit verbruik gedefinieerd.
- 4.1.1 Partijen komen overeen dat wanneer er geen aanpassingen zijn gedaan aan het gehuurde en wanneer het referentiegebruik (4.4) gelijk blijft (of verbetert) een eventuele toename van energie- of waterverbruik voor 0 - 100% voor rekening is van verhuurder.
- Partijen komen overeen dat er een bandbreedte wordt aangehouden van 0 - 100% in verbruik voordat er verrekening plaatsvindt.
- 4.1.2 Partijen komen overeen dat financiële besparingen gerealiseerd door energie- en waterbesparende maatregelen door huurder komen voor xx% toe aan huurder en 0 - 100% toe aan verhuurder.
- Indien de besparing precies is vast te stellen, bijvoorbeeld door het vervangen van verlichting, geldt de in 4.1.1 opgenomen bandbreedte niet en wordt die besparing conform 4.1.2 verrekend.
- 4.1.3 Partijen komen overeen dat financiële besparingen gerealiseerd door energie- en waterbesparende maatregelen door verhuurder komen voor xx% toe aan huurder en 0 - 100% toe aan verhuurder.
- Indien de besparing precies is vast te stellen, bijvoorbeeld door het vervangen van verlichting, geldt de in 4.1.1 opgenomen bandbreedte niet en wordt er conform 4.1.3 verrekend.
- 4.1.4 Het eerste volledige jaar na realisatie, of na afloop van de referentieverbruik periode van de maatregelen geldt als het nieuwe basisjaar.
-
4.2 Financiële afspraak met garantie als benchmark
- Partijen komen overeen dat er financiële afspraken worden gemaakt op basis van een verbruiksgarantie, in artikel 4.5 wordt deze garantie gedefinieerd.
- 4.2.1 Partijen komen overeen dat wanneer er in het eerste contract jaar meer energie of water wordt verbruikt dan in de garantie vaststaat dit voor 0 - 100% is voor rekening verhuurder.
- Partijen komen overeen dat er een bandbreedte wordt aangehouden van xx% in verbruik voordat er verrekening plaatsvindt.
- 4.2.2 Partijen komen overeen dat financiële besparingen gerealiseerd door energie- en waterbesparende maatregelen door huurder komen voor xx% toe aan huurder en 0 - 100% toe aan verhuurder.
- Indien de besparing precies is vast te stellen, bijvoorbeeld door het vervangen van verlichting, geldt de in 4.2.1 opgenomen bandbreedte niet en wordt er conform 4.2.2 verrekend.
- 4.2.3 Partijen komen overeen dat financiële besparingen gerealiseerd door energie- en waterbesparende maatregelen door verhuurder komen voor xx% toe aan huurder en 0 - 100% toe aan verhuurder.
- Indien de besparing precies is vast te stellen, bijvoorbeeld door het vervangen van verlichting, geldt de in 4.2.1 opgenomen bandbreedte niet en wordt er conform 4.2.3 verrekend.
- 4.2.4 Het eerste volledige jaar na realisatie van de maatregelen geldt als het nieuwe basisjaar en de nieuwe hoogte van de garantie.
-
4.3 Referentieverbruik
- Indien er sprake is van grootschalige renovatie, wordt deze Green Lease overeenkomst van kracht bij ingebruikname.
- Als referentieverbruik voor het eerste jaar van ingebruikname geldt het gemiddelde verbruik van de laatste ... verbruiksjaren voor renovatie.
- Als referentieverbruik voor benchmarken en verbeteren van energie en water geldt het verbruik van het eerste jaar van ingebruikname.
- Zowel huurder als verhuurder hebben de mogelijkheid om dit basisjaar met ... maanden te verlengen, indien deze basisperiode geen juist beeld geeft van het verbruik.
- De laatste 12 opeenvolgende maanden gelden als het referentiejaar, het is niet mogelijk tussenliggende maanden weg te laten.
-
4.4 Referentiegebruik
- Als referentiegebruik geldt het aantal fte's, de bezettingsgraad en de gebruiksgebonden apparaten die energie verbruiken.
-
4.5 Verbruiksgarantie
- Verhuurder garandeert een energie- en waterverbruik op basis van een berekening.
-
Inrichting
-
5.1 Inrichting
- 5.1.1 Partijen komen overeen dat bij de inrichting en renovatie van het gehuurde huurder en verhuurder (de meest) duurzame alternatieven overwegen op het gebied van
- Werkpleknormen
- Huurdersinrichting
- Afwerking casco
- Deze duurzame alternatieven hebben de voorkeur tenzij de prijs-(duurzame)kwaliteitverhouding van een minder duurzame, maar nadrukkelijk wel duurzame, oplossing aantoonbaar beter is.
- Partijen komen overeen de inrichting te certificeren conform een nader te noemen certificeringsmethode voor kantoorinrichting.
- 5.1.2 Partijen komen overeen dat duurzame oplossingen concreet worden toegepast voor de volgende onderdelen:
- Vloerafwerking:
- …% Cradle to Cradle
- …% Recyclebaar
- …% Bestaand uit gerecyclede materialen
- Systeem plafonds:
- Minerale plafonds: 70% uit gerecycled materiaal en …% recyclebaar
- Metalen plafonds: 25% uit gerecycled materiaal en 30% recyclebaar
- Wanden:
- …% Cradle to Cradle
- …% Recyclebaar
- …% Bestaand uit gerecyclede materialen
- Vast Meubilair:
- …% Cradle to Cradle
- …% Recyclebaar
- …% Bestaand uit gerecyclede materialen
- Los Meubilair:
- …% Cradle to Cradle
- …% Recyclebaar
- …% Bestaand uit gerecyclede materialen
- Raambekleding: - Optimalisatie lichtmanagement en warmtewering
- Bij de keuze voor zon- en lichtwering wordt rekening gehouden met de gevolgen voor de koelvraag van het gehuurde.
- Zodoende vindt voor de aanschaf onderling overleg plaats tussen huurder en verhuurder.
- Kantoorverlichting:
- LED voor systeemplafond, …% recyclebaar
- LED voor bandrasterplafond, …% recyclebaar
- Partijen maken bij de inrichting gebruik van FSC-gecertificeerde houtsoorten.
- Zonwering bestaat voor xx% uit duurzaam materiaal (verhuurder)
- Lichtwering bestaat voor xx% uit duurzaam materiaal (huurder)
- 5.1.1 Partijen komen overeen dat bij de inrichting en renovatie van het gehuurde huurder en verhuurder (de meest) duurzame alternatieven overwegen op het gebied van
- 5.1.3 Partijen komen overeen dat onderdelen van de inrichting (vloerafwerking / systeem plafonds / wanden / vast meubilair / raambekleding / kantoorverlichting) na beëindiging van de Green Lease in overleg bij wederoplevering in het gehuurde wordt / worden achtergelaten, mits deze voldoen aan de (vast te stellen) kwaliteitsstandaard / minimale resterende levensduur.
- Partijen komen overeen dat onderdelen van de inrichting (vloerafwerking / systeem plafonds / wanden / vast meubilair / raambekleding / kantoorverlichting) na beëindiging van de Green Lease worden overgenomen door de verhuurder tegen een vast te stellen financiële vergoeding.
5.2 Apparatuur
- 5.2.1 Apparatuur voor beide partijen (al het wit-, bruin- en grijsgoed) is ten tijde van de inrichting van het gehuurde van de meest energiezuinige categorie.
- Apparatuur aangeschaft door de huurder (al het wit-, bruin- en grijsgoed) is ten tijde van de inrichting van het gehuurde van de meest energiezuinige categorie.
- Huurder en verhuurder komen overeen, wanneer het gaat om vervanging van apparatuur (al het wit-, bruin- en grijsgoed), om apparatuur aan te schaffen uit de op dat moment meest energiezuinige categorie.
- Indien apparatuur uit de meest zuinige categorie >50% duurder is, hebben huurder en verhuurder het recht om in overleg een alternatief aan te schaffen.
- Huurder overweegt alternatieven als werken in ""the cloud"" of andere energiebesparende IT-oplossingen.
- Servers worden ondergebracht in een (duurzaam) data center (conform BREEAM).
- Huurder werkt volledig digitaal en maakt zodoende geen/minimaal gebruik van printers.
- 5.2.2 Partijen komen overeen de apparatuur (net als de installaties) goed te onderhouden, conform de gebruikershandleiding van het betreffende apparaat.
- De verbruiksinstellingen van de apparatuur wordt zodanig ingesteld dat deze zo efficiënt en spaarzaam mogelijk functioneren, conform het (duurzame) gebruikersadvies van de betreffende apparatuur.
-
Gebruik (huurder)
-
6.1 Gebruikershandleiding
- Huurder verklaart het gehuurde conform de gebruikershandleiding te gebruiken.
- ... keer per jaar brengt de facility manager, of een andere persoon uit de GMC van de huurder, de gebruikershandleiding onder de aandacht van de gebruikers van het gehuurde.
- Een persoon uit de GMC geeft nieuwe gebruikers / werknemers een toelichting op de gebruikershandleiding.
- Huurder informeert de GMC over wijzigingen in gebruik of situaties waarin (incidenteel) afgeweken wordt van de voorschriften in de gebruikershandleiding.
-
6.2 Gebruiksperiode / kantooruren
- Huurder gebruikt het gebouw op doordeweekse dagen standaard van 7.30 tot 19.00 uur, tenzij (incidenteel) anders overeengekomen.
- Voor gebruikers die na 19.00 uur willen doorwerken bestaat de mogelijkheid om dit op de begane grond / 1e verdieping / in de kantine te doen.
- Algemene openingstijden van het gebouw zijn van 7.00 tot 22.00 uur (algemene ruimten: begane grond / 1e verdieping / kantine).
- Elektrische apparatuur (zoals PC's) wordt om 19.00 uur automatisch uitgeschakeld in een veegronde bij geen gebruik.
- Elektrische apparatuur (zoals PC's) wordt om 22.00 uur automatisch uitgeschakeld in een veegronde, tenzij (incidenteel) anders aangegeven.
-
6.3 Communicatie en training
- Een keer per jaar is er een (verplichte) voorlichtingsbijeenkomst voor alle gebruikers van het gehuurde waarin de gebouw-(verbruiks)resultaten worden gepresenteerd en de gebruikers opnieuw worden geïnstrueerd over het juiste gebruik van het gehuurde.
- In de entreehal van het gebouw zal een monitor worden geplaatst waar de gebruiksgegevens van het gebouw zichtbaar zijn (eventueel in combinatie met OV aanbod op monitor).
- Ieder kwartaal wordt in een mailing het personeel op de hoogte gebracht van verbruik / aanpassingen aan het gebouw, de mailing kan ook worden gebruikt voor tips.
- Huurder stelt een gebruikerscoach in om medewerkers actief te begeleiden en te wijzen op (niet) duurzaam gedrag met als doel het gehuurde conform de gemaakte afspraken in de Green Lease te gebruiken.
- Huurder is verantwoordelijk voor de (eigen) te maken kosten voor interne communicatie en training.
- Kosten voor een eventuele bijdrage door verhuurder / beheerder ten aanzien van communicatie en training van gebruikers zijn voor rekening van verhuurder / beheerder.
-
6.4 Inkoopvoorwaarden
- Huurder definieert en communiceert een duurzaam inkoopbeleid aan de GMC en haar eigen medewerkers. Huurder koopt aantoonbaar duurzaam in op basis van dit beleid.
- Huurder verklaart dat bij inkoop duurzame alternatieven prioriteit genieten. Deze duurzame alternatieven hebben de voorkeur tenzij de prijs-(duurzame)kwaliteitverhouding van een minder duurzame, maar nadrukkelijk wel duurzame, oplossing aantoonbaar beter is.
- Huurder verklaart rekening te houden bij inkopen van producten en diensten met de invloed van de alternatieven op de BREEAM NL In Use score. Huurder verklaart deze voor te leggen aan de GMC.
- Huurder verklaart om voor de volgende categorieën duurzaam in te kopen:
- Energie
- Bouwmaterialen voor onderhoud/renovatie
- Wit/bruin/grijsgoed
- Afvalverwerking
- Schoonmaakmiddelen
- Voedsel bedrijfsrestaurant
- Leveranciers
- enz.
-
6.5 Afvalverzameling
- Huurder scheidt tenminste de volgende soorten afval:
- Papier
- Karton
- Chemisch afval
- Glas
- Plastic
- Rest
- Huurder scheidt tenminste de volgende soorten afval:
-
6.6 Transport / Logistiek
- Partijen komen overeen om een vervoersplan op te stellen.
- Huurder is verantwoordelijk voor het opstellen van het vervoersplan voor gebruiksgerelateerd vervoer.
-
6.7 Woon-werkverkeer en zakelijk vervoer
- 6.7.1 Huurder houdt rekening met de CO2 uitstoot van het (lease)wagenpark door:
- Auto's en andere voertuigen aan te schaffen met een energie label A / B.
- Auto's en andere voertuigen aan te schaffen met een maximale uitstoot van xxx gram CO2 per kilometer.
- Auto's en andere voertuigen aan te schaffen met een maximale motorgrootte afgestemd op het leasebedrag.
- 6.7.2 Huurder doet een (uiterste) inspanning om het autogebruik (van woon-werkverkeer) te minimaliseren door:
- Werknemers alternatieven aan te bieden, zoals een OV kaart.
- Werknemers te stimuleren om dicht bij werk te wonen.
- Een mobiliteitsplan op te stellen.
- 6.7.3 Huurder monitort CO2 uitstoot door autogebruik aan de hand van de gereden kilometers per FTE.
- 6.7.1 Huurder houdt rekening met de CO2 uitstoot van het (lease)wagenpark door:
-
6.8 Duurzaamheidsmaatregelen en Wederoplevering
- Huurder mag duurzaamheidsmaatregelen nemen aan het gehuurde, toestemming van verhuurder is nodig.
- Indien er tijdens de looptijd van de huurovereenkomst energiebesparende of anderszins duurzame aanpassingen zijn gedaan aan het gehuurde door de huurder dan mag de huurder deze bij wederoplevering laten zitten.
-
6.9 Inregelen installaties
- Afspraken over het inregelen van de installaties zijn de verantwoordelijkheid van verhuurder en dienen conform 7.3 te worden uitgevoerd.
- Huurder meldt gebruikshandelingen of wijzigingen in het gebruik die van invloed kunnen zijn op het binnenklimaat te allen tijde aan verhuurder.
-
Exploitatie (verhuurder)
-
7.1 Algemeen
- Verhuurder past een energiemanagementsysteem toe dat ingericht, geïmplementeerd, onderhouden en verbeterd wordt conform de eisen van NEN-EN-ISO 50001.
-
7.2 Monitoren
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het monitoren van de consumptie en / of productie van de in artikel 3.7 opgenomen onderdelen.
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het plaatsen van meters (en tussenmeters) conform de eisen die er worden gesteld in BREEAM NL In Use bij het overeengekomen ambitieniveau.
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het afsluiten van contracten met derden (afvalverwerking etc.) zodat de in artikel 3.7 opgenomen onderdelen kunnen worden gemonitord.
-
7.3 Gebruikershandleiding
- Verhuurder stelt samen met beheerder en/of huurder een gebruikershandleiding op.
- In deze handleiding worden (naast de gebruikelijke onderwerpen) afspraken gemaakt over het duurzame gebruik van het gehuurde. De volgende onderwerpen worden hierin bijvoorbeeld opgenomen:
- Informatie over de gebouwinstallaties
- Afspraken over omgaan met, registreren en melden van (extra) overwerkuren
- Installatie en werking van overwerktimer
- Installatie en werking van veegschakelaar (voor welke apparatuur werkt deze wel / niet)
- Afspraken over melden van wijzigingen in bezettingsgraad en kantoorinrichting
- Verhuurder faciliteert het gebruik conform de afspraken in de gebruikershandleiding.
-
7.4 Inkoopvoorwaarden
- Verhuurder definieert en communiceert een duurzaam inkoopbeleid aan de GMC. Verhuurder koopt aantoonbaar duurzaam in op basis van dit beleid.
- Verhuurder verklaart dat bij inkoop duurzame alternatieven prioriteit genieten. Deze duurzame alternatieven hebben de voorkeur tenzij de prijs-(duurzame)kwaliteitverhouding van een minder duurzame, maar nadrukkelijk wel duurzame, oplossing aantoonbaar beter is.
- Verhuurder verklaart rekening te houden bij inkopen van producten en diensten met de invloed van de alternatieven op de BREEAM NL In Use score. Verhuurder verklaart deze voor te leggen aan de GMC.
- Verhuurder verklaart om voor de volgende categorieën duurzaam in te kopen:
- Energie
- Bouwmaterialen voor onderhoud/renovatie
- Wit/bruin/grijsgoed
- Afvalverwerking
- Schoonmaakmiddelen
- Voedsel bedrijfsrestaurant
- Leveranciers
- enz.
-
7.5 Inregelen installaties
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het optimaal inregelen van de installaties. Hierbij wordt zorg gedragen voor optimale (en duurzame) instellingen van de klimaatinstallaties gebaseerd op bezettingsgraad en kantoorinrichting, evenals seizoen en gemiddelde buitentemperatuur.
- Verhuurder vergelijkt het daadwerkelijke energieverbruik actief met de instellingen van de installaties en het daaraan gekoppelde theoretische en duurzame energieverbruik. Dit gebeurt minimaal ... keer per jaar.
- Verhuurder stelt de installaties opnieuw af op het moment dat de huurder een gebruiksmutatie heeft gemeld. De instelling is optimaal en duurzaam afgestemd op het gebruik.
- Verhuurder stelt de installaties opnieuw af op het moment dat de huurder een inrichtingsmutatie heeft gemeld. De instelling is optimaal en duurzaam afgestemd op het gebruik.
-
7.6 Onderhouds- en servicecontracten
- Onderhoudsbeleid van verhuurder wordt opgenomen in de onderhouds- en servicecontracten.
- Onderhouds- en servicecontracten met derden worden alleen gesloten met bedrijven binnen een straal van x km van het gebouw. Wanneer een leverancier niet binnen deze straal aanwezig is, of een leverancier aantoonbaar niet aan de gestelde inkoopvoorwaarden voldoet, kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
-
7.7 Algemene ruimten
- De verhuurder richt de algemene ruimten in conform de overeengekomen afspraken over de kantoorinrichting.
- Verhuurder verzorgt een comfortabel binnenklimaat in de algemene ruimten tijdens overeengekomen kantooruren, zonder overmatig energieverbruik voor verwarming of koeling.
- Verhuurder maakt het algemene energieverbruik inzichtelijk in de algemene ruimten conform de overeengekomen monitoringafspraken en regelmaat. Dit betreft het verbruik van de gebouw gebonden installaties, verlichting in de algemene ruimtes en koeling en verwarming.
- Kosten voor algemeen energieverbruik worden naar rato doorbelast onder huurders op basis van gehuurde m2 vvo.
- In geval van (veel en langdurige) leegstand kunnen verhuurder en huurder een andere verdeelsleutel overeenkomen.
-
7.8 Renovatie / Onderhoud
- Verhuurder is verantwoordelijk voor het nemen van verduurzamingsmaatregelen bij renovatie en onderhoud.
- Huurder overweegt bij klein onderhoud in het gehuurde de meest duurzame alternatieven.
- Verhuurder overweegt de meest duurzame alternatieven bij:
- Onderhoud van gebouw gebonden installaties en onderhoud in algemene ruimten.
- Klein onderhoud waarvoor de beheerder wordt ingeschakeld.
- Grootschalige renovatie. Bij vervangen van installaties, dak en gevel is hier speciale aandacht voor.
- Duurzame alternatieven hebben in alle bovenstaande gevallen de voorkeur tenzij de prijs-(duurzame)kwaliteitverhouding van een minder duurzame, maar nadrukkelijk wel duurzame, oplossing aantoonbaar beter is.
- Partijen gaan uit van een optimale verhouding tussen (duurzame) kwaliteit en kosten.
- Verhuurder geeft huurder inzicht in de overwegingen voor de uiteindelijke keuze, onafhankelijk van het uiteindelijke duurzaamheids- of kostenniveau.
-
7.9 Onderhoudshandleiding
- Bovengenoemde afspraken worden opgenomen in een onderhoudshandleiding.
- Onderdelen opgenomen in de onderhoudshandleiding zijn bijvoorbeeld:
- Schoonmaak algemene ruimtes.
- Onderhoud elektrotechnische installaties.
- Onderhoud klimaatinstallaties.
- Liften onderhoud.
- Voor alle bovenstaande onderdelen wordt omschreven welke activiteiten hieronder vallen en wordt aangegeven met welke frequentie deze worden uitgevoerd.
-
Monitoren
-
8.1 Gebouw Management Commissie
- De GMC is verantwoordelijk voor het handhaven van alle afspraken vastgelegd in de concepthuuroverenkomst Green Lease ten aanzien van monitoren van gebruiksgegevens.
- De GMC keurt eventuele wijzigingen aan monitoringsafspraken in gezamenlijk overleg en unaniem goed voordat deze worden doorgevoerd.
-
8.2 Delen en meten van data
- Partijen komen overeen dat de verbruiksgegevens van de in artikel 3.7 opgenomen onderdelen zonder beperkingen onderling worden gedeeld.
- Partijen komen overeen dat de (financiële) haalbaarheid van het monitoren van de in artikel 3.7 opgenomen onderdelen wordt onderzocht en vastgesteld alvorens overeen te komen daadwerkelijk te gaan monitoren.
- Partijen komen overeen dat verhuurder voorzieningen treft om verbruik en productie te monitoren.
- Voor de in artikel 3.7 opgenomen onderdelen worden de volgende meetvoorzieningen getroffen
- Elektriciteit: separaat meten van algemeen en individueel (per huurder) verbruik. Algemeen wordt vervolgens onderverdeeld in klimaatinstallaties, liften en verlichting in openbare ruimten.
- Stadsverwarming
- Gas: meter per ketel
- Water: tussenmeter per verdieping / sanitaire groep
- Afval: inventarisatie van productie op basis van aantal ledigingen op kwartaalbasis in overleg met afvalverwerkingsbedrijf. Hier wordt onderscheid gemaakt tussen: restafval, chemisch afval, swill / GFT en papier.
- CO2 uitstoot
- Kosten voor verbruik van gas, stadswarmte, water worden op basis van m2 verdeeld onder zittende huurders wanneer individueel monitoren op niveau van het gehuurde niet (financieel) haalbaar is.
-
8.3 Rapportage
- Partijen komen overeen dat er een in de vastgoedmarkt geaccepteerde rapportagevorm wordt gehanteerd voor de in artikel 3.7 opgenomen onderdelen.
- Partijen komen overeen dat monitoring en rapportage van energieverbruik wordt uitgevoerd conform de eisen in de NEN-EN-ISO 50001.
- Partijen komen overeen alle gemaakte afspraken gerelateerd aan gebruik en exploitatie onderdeel te maken van en conform GRI te rapporteren.
- Partijen komen overeen dat CO2 wordt omgerekend / vastgesteld conform rekenmethode ....
-
8.4 Periodiek terugkerende audit
- Onderdeel van de in 3.6.1. overeengekomen audit is:
- Een technisch onderzoek naar de staat en de inregeling van de installaties wordt gepleegd waarbij in de rapportage staat aangegeven wat de staat van de installaties is en welke aanbevelingen er zijn m.b.t. regelinstellingen.
- Het maken en bijhouden van een overzicht van aanpassingen die er aan het gehuurde zijn gedaan of in de omgeving van het gehuurde die van invloed kunnen zijn op de BREEAM NL In Use score. Conform de afspraken over het Gebruik (6).
- Het inventariseren van (nieuwe) energie- / water- / afval- / etc. besparende maatregelen die kunnen worden toegepast in het gehuurde.
- Een advies ten aanzien van het duurzaamheidsniveau en de -ambities voor een (nader vast te stellen) komende periode. De GMC dient deze maatregelen en ambities schriftelijk goed te keuren, voordat deze daadwerkelijk van kracht zijn.
- Partijen komen overeen xx jaarlijks een APK-keuring van de installaties uit te laten voeren.
- Verhuurder en huurder laten jaarlijks een inventarisatie maken van de nieuwste technieken voor het gebouw: energie besparende aanpassingen met een terugverdientijd van minder dan 10 jaar worden gedaan.
- Kosten voor de audits zijn voor rekening van de verhuurder.
- Onderdeel van de in 3.6.1. overeengekomen audit is:
-
8.5 Strategie voor realiseren verbetering
- Bij renovatie / vervanging kiezen partijen aantoonbaar voor duurzaamheid bevorderende oplossingen. Partijen onderbouwen dit aan de hand van een business case (inclusief een return on investment binnen x jaar).
- Bij renovatie / vervanging prevaleert een natuurlijk vervangingsmoment, tenzij aantoonbaar wordt gemaakt dat de voordelen van eerder vervangen economisch voordeliger is.
- De planning van renovatie / vervanging van gebouwonderdelen die impact heeft op het gebruik van het gehuurde wordt afgestemd met de GMC. Met als doel overlast tot een minimum te beperken.
- Partijen komen overeen dat verbeteringsmaatregelen die een terugverdientijd hebben van minder dan 5 jaar (conform Activiteitenbesluit) in gezamenlijk overleg worden uitgevoerd. Afhankelijk van de oorsprong van de maatregel worden de kosten en de opbrengsten onderling verdeeld.
- Partijen kijken jaarlijks naar de verbeterpotentie van totale CO2 uitstoot. Doelstellingen ten aanzien van de CO2 uitstoot worden wanneer mogelijk en economisch haalbaar naar boven bijgesteld. Met als doel optimaal bij te dragen aan de Europese besparingsrichtlijn.
-
8.6 Vertrouwelijkheid van de data
- Huurder is eigenaar van de gebruiksgegevens.
- Verhuurder en beheerder hebben inzage in deze data. Zij mogen deze informatie slechts na toestemming van beide partijen delen met derden.
-
Disclaimer
-
-
Dit Document is samengesteld op basis van de Greenlease Menukaart, welke is ontwikkeld in opdracht van en in samenwerking met het Platform Duurzame Huisvesting, VGM NL en de Greendesk van vastgoedadviseur Jones Lang LaSalle (de “Partijen”).
Dit Document wordt aangeboden op een “As Is” basis. De Partijen sluiten uitdrukkelijk alle garanties uit, inclusief maar niet uitsluitend de garanties dat:
- de aangeboden inhoud commercieel toe te passen is;
- de informatie bruikbaar is voor specifieke doeleinden;
- dat de informatie geen inbreuk maakt op intellectuele eigendomsrechten van derden.
De Partijen aanvaarden geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor enige schade, letsel, of aanspraken van derden voortvloeiend uit of gerelateerd aan:
- verschrijvingen, fouten en/of omissies van dit Document of de inhoud daarvan, inclusief technische onjuistheden en typefouten;
- de inhoud van websites van derden die middels links, geplaatst in dit Document bereikbaar zijn;
- uw gebruik van dit Document.
Aansprakelijkheidsbeperking
In geen geval zijn de Partijen aansprakelijk voor directe, indirecte, speciale, incidentele of gevolgschade voortkomend uit enig gebruik van de informatie vermeld in dit Document, inclusief doch niet uitsluitend de aansprakelijkheid voor gederfde winst, verlies van data of enig ander gevolg.
Vrijwaring
U stemt er bij voorbaat mee in om de Partijen te vrijwaren tegen alle claims, schade en kosten, inclusief de kosten van juridische bijstand, voortkomend uit uw gebruik van dit Document.
Copyright
Tenzij anders aangegeven zijn de afbeeldingen, de grafische vormgeving, de buttons en de tekst weergegeven in dit Document het exclusieve eigendom van de Partijen. Behoudens voor huiselijk en/of persoonlijk gebruik mogen deze zaken niet worden gekopieerd, verspreid, weergegeven, gereproduceerd of verzonden, in welke vorm en op welke wijze dan ook middels elektronische of mechanische wijze zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Partijen.
-