UPDATES
Richting een aardgasvrije toekomst
Alle Nederlandse woningen moeten voor 2050 van het aardgas af zijn. Een enorme opgave, wel gezien als de belangrijkste maatschappelijke transitie de komende jaren. Om de uitstoot van broeikasgassen rigoureus te verminderen, zullen woningen met behulp van duurzame alternatieven voor met aardgas opgewekte warmte, aardgasvrij moeten worden. Hoe ziet dit er voor de burger uit en welke opties zijn er?
Dit artikel verscheen eerder op Mijn Zakengids en is geschreven door Ruby Sanders.
Aardgasvrije toekomst
Het zal linksom of rechtsom moeten gebeuren, stelt Susanne van Suylekom van Hier Klimaatbureau, dat burgers adviseert over aardgasvrij wonen en welke maatregelen ze daarbij kunnen nemen. ‘Een wereld zonder aardgas is realistisch. Nederland kent een uitzonderlijk hoge aansluitingsgraad door de gasbubbel waar we op zitten. Andere landen verwarmen vaak al anders.’ Het beste is om te beginnen bij het terugdringen van de warmtevraag, aldus Van Suylekom. Om dat voor elkaar te krijgen, zullen woningen een stuk beter geïsoleerd moeten worden. Bestaande bouw vormt daarbij de grote uitdaging: Nederlandse huizen zijn van oudsher gebouwd om regen tegen te houden, en minder op kou of warmte ingesteld.
Alles begint met isoleren
Een belangrijke eerste stap richting aardgasvrij wonen is isoleren. Er is daarbij een groot verschil tussen oudere woningen (van pakweg vóór 1985) en nieuwbouwwoningen, legt Arie de Jong uit. Hij is consultant Bouw & Installatie bij het Nederlands Normalisatie Netwerk (NEN). Bouw tot ongeveer tien jaar oud is al vrij goed geïsoleerd – voor nieuwbouw bestaan immers al jaren strenge eisen voor isolatie – maar oudere woningen zijn doorgaans een stuk lastiger aan te pakken. Er zijn tal van mogelijkheden; bij oudere huizen is het vaak goed te beginnen met spouwmuren of isolatie van het dak.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen isolatie van de ‘ondoorzichtige delen’ – dak, vloer en muur – en de ‘doorzichtige delen’, ofwel deuren en ramen. Voor die laatste is dubbel glas inmiddels al achterhaald: een beetje woning heeft tegenwoordig driedubbelglas of HR++-glas. Een bijkomend voordeel van isoleren is volgens De Jong dat van isolatiemateriaal een grote voorraad bestaat. ‘Je hoort soms verhalen over langere wachttijden, maar in principe is er van bijvoorbeeld glaswol en minerale wol meer dan voldoende.’ Wel kunnen individuele bewoners bij isoleren tegen hun financiële grenzen aanlopen.
Een ander probleem, vooral in grotere en oudere gebouwen, zijn de soms slecht geïsoleerde leidingen die warmte transporteren. Daardoor gaat nogal eens warmte verloren. Ook kan verder gewerkt worden aan het voorkomen dat gebouwen als scholen en kantoren onnodig verwarmd worden op momenten dat het niet nodig is, vertelt De Jong. ‘Daar is veel winst te behalen. Het klinkt zo logisch, maar het gebeurt niet voldoende. Binnenkort wordt gestart aan een norm hiervoor.’
Duurzame alternatieven
Ter vervanging van aardgas bestaan er grofweg drie alternatieven voor verwarmen, vertelt Van Suylekom. De eerste optie wordt all electric genoemd. Daarbij gebeurt alles in huis op het gebied van verwarmen en koken middels elektriciteit, bijvoorbeeld via een elektrische warmtepomp. Daarnaast kunnen bewoners kiezen voor een combinatie van elektriciteit en verwarming via stadswarmte. Stadsverwarming werkt met een warmtenet, dat verwarmd wordt door bijvoorbeeld restwarmte, afkomstig van naburige fabrieken, datacenters of afvalcentrales; opgewekte warmte die anders verloren zou gaan.
De derde mogelijkheid is een combinatie met behoud van een gasnet, dat gebruik maakt van andere vormen van gas, zoals biogas. Biogas wordt gemaakt door gft, koemest of ander biologisch materiaal, te vergisten in biogasinstallaties. Na bewerking lijkt het zodanig op aardgas, dat het aangesloten kan worden op de reguliere aardgastoevoer. Het wordt dan ‘groen gas’ genoemd.
Er zijn ook andere vormen van groen gas in ontwikkeling, zoals synthetisch methaan of waterstofgas, maar effectief gebruik hiervan is nog toekomstmuziek. Wel is duidelijk dat de ontwikkelingen hard gaan, en de burger dus wat te kiezen heeft. Op de drie alternatieven zijn bovendien allerlei combinaties of hybride-varianten mogelijk. Wat uiteindelijk de beste keuze is, hangt af van de omgeving, de wijk, het huis en de bewoner. Niet iedere optie is voor elke woning geschikt. Van Suylekom: ‘Wie in een steegje in de historische binnenstad woont, zal zien dat de aanleg van een warmtepomp en goede isolatie lastig is. In dat geval is het beter om voor biogas te kiezen.’ Gasleidingen zijn minder dik dan leidingen van een warmtenet – daar moet immers een waterstroom doorheen – en zijn al aanwezig. Ook kunnen er beperkingen spelen als een woning beschermd stadsgezicht is of het een monumentaal pand betreft.
Niet zwart-wit
Het uitgangspunt van de energietransitie naar aardgasloze gebouwen kent vele nuances, stelt De Jong. ‘Vaak wordt geroepen: weg met het gas, maar dat is te kort door de bocht.’ Gas helemaal verbannen is volgens de NEN-consultant niet verstandig, gezien de ontwikkeling van duurzame gassen in combinatie met het voordeel van de reeds bestaande gasnetwerken. Netbeheerders worstelen met de vraag of ze de gasnetten moeten blijven onderhouden. De Jong pleit voor zoveel mogelijk behoud van bestaande netwerken, aangezien deze in goede conditie zijn. Deze netwerken massaal vervangen door elektrische netwerken zou torenhoge investeringen vragen, onhaalbaar voor de maatschappij.
Daarnaast wordt elektriciteit op dit moment lang niet altijd duurzaam opgewekt: het meeste is nog van kolen- en gascentrales afkomstig. Helemaal aardgasvrij is alleen effectief als stroom 100 procent ‘groen’ is. Op een all electric-oplossing zijn de huidige elektriciteitssystemen tot slot niet toegerust. Een beperkende eigenschap van elektriciteit is namelijk dat het zich niet makkelijk laat opslaan. Overschotten aan opgewekte energie kunnen lastig bewaard worden voor tijdens winterse piekmomenten.
Wie betaalt en wie bepaalt?
Sommige burgers maken zich zorgen over de transitie: wie bepaalt wat er gebeurt en wie draait op voor de investeringen? In principe bepaalt de huiseigenaar zelf welke investeringen of verbouwingen er plaatsvinden, aldus Van Suylekom. ‘Er is niemand die voor je beslist, maar besef wel dat investeringen die een wijk samen doet, vaak veel lager uitvallen. Samenwerken met de buren dus, en zoeken naar oplossingen waar zoveel mogelijk mensen zich in kunnen vinden.’
Om deze processen te begeleiden ligt bij gemeenten en provincies een ‘regierol’, vinden de experts. ‘Laat gemeenten het voortouw nemen en maak niet elk individu verantwoordelijk’, zegt De Jong. Voor een individueel huishouden kan de ene maatregel interessant lijken, maar dan blijkt in de wijk een andere collectieve maatregel efficiënter. Tegelijkertijd zijn afwachtende bewoners ook niet wenselijk, zegt Van Suylekom. ‘Stilstaan is geen optie, en energiebesparing verdien je altijd terug. Hoe eerder je begint, hoe sneller je de investering eruit hebt.’ Een uitdaging is wel de zogenoemde ‘onrendabele top’ – voorlopers die nu vaak méér betalen dan de afwachtende groep. Subsidies zouden die groep tegemoet kunnen komen.
Ook pleit ze voor slimme financieringsconstructies: gebouwgebonden in plaats van persoonsgebonden. Alle maatregelen worden dan voorgefinancierd, bijvoorbeeld door banken en pensioenfondsen. Bewoners betalen die lening vervolgens terug vanuit de besparing die de maatregelen opleveren, en de lening wordt op een nieuwe bewoner overgeheveld. Zonder gebouwgebonden financiering komen we er niet, denkt Van Suylekom, aangezien de doorsnee huiseigenaar geen tienduizenden euro’s op de plank heeft liggen. ‘We moeten starten, roeien met de riemen die we hebben, en de discussie over mogelijkheden en technieken blijven voeren.’ Wachten op een wondermiddel is niet realistisch, daarvoor is de overgang te groot en zijn de ontwikkelingen te dynamisch.
Geen aardgas, hoe gaan we dan verwarmen en koken?
Het verwarmen van je huis met aardgas kan momenteel op 3 verschillende manieren vervangen worden: door een aansluiting op een warmtenet, met elektrische oplossingen of door aardgas te vervangen door biogas. Voor koken is inductie de meest logische oplossing.
Warmtenetten
Een warmtenet is een netwerk van leidingen onder de grond, waardoor warm water stroomt. Dat warme water, afkomstig van een warmtebron in de buurt, kan worden gebruikt om huizen te verwarmen. Er bestaan warmtenetten op hoge en op lage temperatuur.
Elektrische oplossingen
Veel mensen zullen binnenkort op een elektrische manier gaan verwarmen en koken. In de meeste gevallen krijgen zij dan een warmtepomp.
Biogas
Biogas is gas dat wordt geproduceerd door de vergisting van mest of andere afvalproducten. Door een voorbewerking kan biogas worden opgewaardeerd tot groen gas. In een woning werkt groen gas exact hetzelfde als aardgas voor verwarmen en koken, maar de herkomst van groen gas is duurzaam.
Bron: HIER verwarmt
Bron: Mijn Zakengids